Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Een [1]onderwijzing, voor den [2]opperzangmeester, onder de [3]kinderen van Korach. 1. Zie hfdst.32 vs.1. Anders, ene onderwijzing der kinderen van Korach, voor den opperzangmeester; en zo in enige volgende psalmen. 2. Zie hfdst.4 vs.1. Dit moet men alzo verstaan, dat de profeet dezen psalm ten tijde van zijn vluchten voor Saul [naar het meeste gevoelen] gemaakt hebbende, naderhand, als hij koning en de ark in Zion was, gegeven heeft om in Gods huis gezongen te worden. 3. Dat is, nakomelingen van Korach, wiens oproer en ondergang beschreven wordt, Num.16:. Deze Korach was een kindskind van Kahath, zoon van Levi. Wie nu onder de Kahathieten opperzangmeester bij Davids tijd in Gods huis geweest is, zie daarvan 1 Kron.6:33.